In de aanloop naar de landbouwbeurs in Libramont, waar Crelan hoofdsponsor is, peilt de bank jaarlijks naar het vertrouwen bij de land- en tuinbouwers. Het onderzoek 2015 merkt een algemene daling van het vertrouwen op.
Voor het negende jaar op rij peilde Crelan met haar Vertrouwensindex naar het vertrouwen van de land- en tuinbouwers in hun sector. De resultaten van de Vertrouwensindex 2015 zijn gebaseerd op telefonische enquêtes bij 1.094 Belgische landbouwers in de periode van 30 maart tot 28 april 2015.
Via een aantal basisvragen is onderzocht hoe de land- en tuinbouwers hun beroep beoordelen, of ze het aan derden zouden aanbevelen, of ze opnieuw zouden kiezen voor het beroep, hoe ze hun financieel resultaat evalueren en of ze investeringsplannen hebben.
Minder vertrouwen
Het onderzoek toont aan dat het vertrouwen van de land- en tuinbouwers daalt. De index daalt op nationaal niveau met 8 eenheden (van 48 naar 40). In Wallonië is de terugval (van 51 naar 42) groter dan in Vlaanderen (van 46 naar 39) maar blijft het vertrouwen nog altijd op een hoger niveau.
De daling van het vertrouwen is een algemeen verschijnsel over alle sectoren en regio’s heen. Toch merken we zowel in Vlaanderen als in Wallonië dat de grootste daling zich voordoet in de melkveesector. Daarnaast is er een grote terugval van het vertrouwen in de sector van het vleesvee & gemengd rundvee in Vlaanderen en in de akkerbouw in Wallonië.
Het dalende vertrouwen weerspiegelt zich ook in de andere onderzoekscriteria. Minder dan de helft van de land- en tuinbouwers (43% in Wallonië en 46% in Vlaanderen) evalueert zijn beroep als positief. Dit is een significante achteruitgang ten opzichte van 2014 (-24% in Wallonië en -14% in Vlaanderen). Een bijkomend gevolg is dat minder Vlaamse land- en tuinbouwers hun beroep aanraden aan hun kinderen en familie, in Wallonië blijft dat aantal eerder stabiel. Ook minder land- en tuinbouwers zouden op dit moment opnieuw voor hun beroep kiezen.
Inkomen onder druk
Het inkomen in de sector staat onder druk en dat is ongetwijfeld een van de grootste oorzaken van het dalende vertrouwen. In beide regio’s percipiëren de land- en tuinbouwers het financiële resultaat van de laatste 12 maanden sterk negatief (53% in Wallonië en 64% in Vlaanderen geeft een negatieve beoordeling). Deze lage scores evenaren nog niet het niveau van de crisisjaren 2009 en 2010, maar vertegenwoordigen wel het zwakste resultaat van de voorbije vijf jaar.
Ook het aantal bedrijven dat aangeeft betalingsproblemen te hebben, stijgt licht in Vlaanderen (tot 18%, +3%) en meer uitgesproken in Wallonië (tot 28%, +9%). Deze liquiditeitstekorten worden vooral opgevangen via een krediet op middellange termijn, een overbruggingskrediet, een kaskrediet of een vraag tot uitstel van betaling van kapitaal.
Het gedaalde vertrouwen leidt tot een daling van de investeringsbereidheid op middellange termijn (van 2 tot 5 jaar). In Vlaanderen zegt 23% investeringen te plannen (-4%), in Wallonië is dat 29% (-6%). Voor de investeringen op korte termijn (binnen het jaar) noteren we een stijging in Vlaanderen tot 24% (+5%) en een daling in Wallonië tot 17% (-6%).
De voornaamste bestemmingen voor deze investeringen blijven de bouw en renovatie van bedrijfsgebouwen, de uitbreiding en aankoop van materieel en de aankoop van gronden. De klemtoon ligt hierbij ook op investeringen die de energiekosten verlagen.