Na de geboorte en tijdens het spenen is het darmstelsel van biggen in volle ontwikkeling, maar tegelijk erg kwetsbaar. Er zijn heel wat factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van de darmen, zoals genetica, voeding en bacteriën. Wetenschappers van de University of Veterinary Medicine in Wenen wilden leeftijdsgebonden veranderingen in het serum en het darmslijmvlies bij jonge biggen in kaart brengen. Het doel was om de normale waarden te bepalen, zodat afwijkingen snel gedetecteerd en behandeld kunnen worden.
Voor het onderzoek namen de wetenschappers op regelmatige tijdstippen stalen van het bloed, de darminhoud en het darmweefsel van jonge biggen uit 20 tomen. De dieren waren tussen 3 en 35 dagen oud, en werden gespeend op dag 28. Voor het spenen konden de biggen zogen bij de zeug. Ze hadden ook vrij toegang tot babybiggenvoeder.
Via de stalen onderzochten de wetenschappers de biochemie van het serum, de aanwezigheid van vetzuren in de darminhoud en genen die gelinkt zijn aan de darmbarrière en het immuunsysteem. In het serum daalde de activiteit van leverenzymen tussen dag 3 en 28, wat wijst op een rijping van de darmen tijdens het zogen. Men vond ook leeftijdsgebonden schommelingen in glucose en vetten in het serum, die duiden op veranderingen van het metabolisme van energie. De vetzuren in de darminhoud stegen tussen dag 3 en 28, maar daalden opnieuw na het spenen door een lagere voederopname. Ten slotte toonde de analyse van de genen die gelinkt zijn met ontsteking aan dat de immuuntolerantie steeg tussen dag 3 en 28.
De wetenschappers concluderen dat er leeftijdsgebonden patronen te ontdekken zijn bij genen die geassocieerd zijn met vertering en het immuunsysteem. De patronen zijn echter specifiek voor deze studie, waardoor er vergelijking nodig is met andere onderzoeken vooraleer de normale waarden bepaald kunnen worden voor biggen tussen 3 en 35 dagen oud.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Prosu Beeldarchief


