Bedrijfsleider Nick Bruijsten van het zeugenbedrijf van Jules Derks biggen- en varkenshandel in Overasselt ziet positieve ontwikkelingen in zijn technische resultaten. Wijzigingen in fokbeleid, voeding, huisvesting en klimaat zorgen voor betere prestaties. “Genetisch hebben de dieren een boel potentie. Aan ons de uitdaging om het eruit te halen en daarin hebben we afgelopen tijd flinke stappen gezet, aldus Bruijsten.
Constantere voeropname
Bruijsten speent momenteel jaarrond 36,1 big per zeug per jaar. De laatste zes maanden zat het bedrijf zelfs op 37. Er zit een stijgende lijn in dus. “Een aantal jaar geleden zaten we rond de 31, 32 gespeende biggen. We hebben flinke sprongen gemaakt. Dat zit hem overigens niet alleen in de genetica, hoewel je dieren de goede prestaties wel in zich moeten hebben. We hebben het nodige geoptimaliseerd in voer, water en huisvesting. Zo zijn we afgestapt van de voerstations bij de dragende zeugen. In plaats daarvan hebben we nu boxen met uitloop en korte hekjes. Nu kunnen alle zeugen tegelijk vreten. Dit geeft een veel constantere voeropname, rust in de stal en rust in het bedrijf, want het scheelt flink in het werk en je wordt niet meer geconfronteerd met storingen.
Nu hebben ze ook elk een drinknippel. Dat kun je zien in de wateropname. Die is flink verbeterd en dat scheelt ook weer voor de voeropname. Die is iets gestegen.” Het voerschema bij de zeugen is in de eerste zeven weken hoog 3,65 kilogram en daarna met 2,9 kilogram constant tot het eind. Bewust is niet gekozen voor hoog-laag-hoog. “Op het eind krijgen ze daar last van, doordat ze veel biggen in de buik hebben.”
Ventilatoren helpen zomerdip voorkomen
Een andere verbetering die op het bedrijf is doorgevoerd, is het stalklimaat. Dit heeft ook weer effect op de voeropname en daarmee op de technische prestaties. In alle afdelingen met zeugen hangen circulatieventilatoren die aangaan als het te warm wordt in de stal. “Ik heb in het verleden stage gelopen op een varkensbedrijf in Oost Duitsland. Daar hadden ze ook ventilatoren, maar dan voor het personeel. Volgens mij moest dit ook voor de zeugen wel werken en die verwachting is uitgekomen. Ook op warme dagen kunnen we hier het voer er goed in krijgen. De zomerdip vermindert. Een dip in het aantal levend geboren biggen als gevolg van hitte kennen we niet meer.”
Bruijsten stelt de zeugen na spenen makkelijk weer in conditie te krijgen. De uitval onder de zeugen ligt momenteel rond de tien procent, maar Bruijsten ziet hier een dalende lijn in. Over de worpindex van 2,33 is hij nog niet echt tevreden. Die is aan de lage kant doordat er problemen zijn geweest met de gelten na de overgang op voerboxen. Die zijn opgelost en hij ziet het aantal verliesdagen nu gelukkig weer snel dalen. Het aantal levend geboren biggen per worp is 18,2. Met een uitvalspercentage van circa twaalf procent komt het bedrijf zo uit op 15,9 gespeende biggen per worp.
Bigoverleving is sinds 2021 zwaarder ingewogen in het fokdoel van Danbred. Daar waar eerst meer het accent werd gelegd op zoveel mogelijk levend geboren biggen, speelt nu overleving in de kraamstal een grotere rol. Vanuit de zeugenlijn duurt het enkele jaren voordat het effect zichtbaar is, hoewel Bruijsten aangeeft al vooruitgang te zien. “Nog steeds hebben we per zeug veel biggen, maar we merken dat ze vitaler worden.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman
